Patrick Conrad. Pink Power. Identiteitskaart Pink.
Paspoort voor de leden van de ‘Pink Poets’, oningevuld exemplaar, gedrukt naar een ontwerp van Patrick Conrad. ‘Printed in the desert’ 12:15 cm. (opengevouwen formaat)
Het originele ontwerp is het enig bekende ingevulde exemplaar met de handtekeningen van vrijwel alle ‘Pink Poets’, en bevindt zich in een privé-collectie. Conrad gebruikte het document volgens eigen zeggen als officieel identiteitsbewijs. De andere leden van het ‘Pink gezelschap’ hadden er blijkbaar geen behoefte aan.
Gerelateerd

Henri Borel. Correspondentie met Céline Cruyt.
25 originele handgeschreven brieven (veelal in de originele enveloppen) en kaartjes aan Céline Cruyt (Gent 1861 – ….). 1908-1914. Grotendeels verstuurd uit Nederlandsch Indië en China. Bijgevoegd: reispas van ‘Mademoiselle Cruyt Céline’ (Profession: ‘Commerçante’) uit 1900 (helaas is de pasfoto verwijderd), en een originele foto van Borels zoontje Lodewijk (1905-1973) op zesjarige leeftijd, die later een bekend acteur werd en in Hollywood carrière zou maken.
“Mag ik U echter even opmerken, naar aanlei-/ ding van Uw schrijven, dat ik nergens in mijn/ werken heb gezegd, dat ik den daad der paring/ afschuwelijk vind, maar enkel dien daad uit/ wellust, zonder liefde?”
“dankbaar voel ik, dat ik U zoo veel moois/ heb kunnen doen voelen: ik ben in mijn eigen land, na/ een uitbundig mode-succes, dat mij evenzeer pijn deed/ en ergerde, op zeer ondankbare en oneerlijke manier/ behandeld door de jaloersche critici, omdat ik nooit/ mede wilde doen aan ’t afschuwelijke literaire zo/ glorie en clique leven, en hun zoo irriteerde door/ mijn streng volgehouden isolement. De hedendaag-/ sche literatoren, die hun heil zoeken in ‘woord-/ kunst’, en aan wien de fijne, geestelijke afzoo-/ ming vreemd blijft, haten en bekladden mij. Maar/ nu en dan, uit alle werelddeelen, een enkele/ keer, krijg ik zulke lieve, diepgevoelde, nobele/ brieven over mijn kunst (meestal, doch niet al-/ tijd van vrouwen), dat deze spontane goedheid/ mij alle haat en laster ruim vergoedt.”
“Voor de vlaamsche beweging/ voel ik zeer veel, maar de hef-/ tige strijd tegen fransch be-/ treur ik. Ook ’t fransch is een/ magnifieke taal. Maar de/ Vlamingen behooren in Gent/ een vlaamsche Hoogeschool/ te hebben.”
“Met de z.g. ‘beschaving’(!) en de touristen heb-/ ben alle westersche ondeugden hun entreé in/ Peking gedaan. Er zijn zelfs drie roulette banken/ en er zijn dure cocottes, en nog erger dingen./ De Chineezen hebben ’t al te pakken, en dikwijls/ komen prinsen en zeer hooge mandarijnen/ hier in dit luxe-hotel dineeren, net als europeesche bla-/ sé’s, en die houden er fransche of russische ‘vriendinnen’ op na!/ Goddank is er echter nog o’ zooveel van’t ander mooi/ over, maar daar schrijf ik U nu niet van, want dan/ doe ik dubbel werk, daar het toch alles in mijn boek/ komt, dat U later krijgt.”

Gust Gils / W.F. Hermans/ en anderen. Affiche voor Vlaams-Nederlandse Toneeldag ’60.
Een samenwerking tussen de tijdschriften Podium 58 en Gard Sivik, en Werkgroep Rotterdams Toneel. Aankondiging van opvoeringen van ‘De Psychologische Test’ van W.F. Hermans, ‘Muizen’ van Gust Gils, ‘Dromen van IJzerdraad’ van Tone Brulin, en een toneelforum met onder anderen Jan Walravens, G.K. van het Reve en Cees Buddingh’. 62:42 cm.

(Hugo Claus). The Magic Trio.
[:nl]1968 Brussel, Briefkaart met illustratie van De Heilige Drievuldigheid uit Claus’ beruchte toneelstuk Masscheroen, uitgegeven ter gelegenheid van ‘de Nederlandse Dagen’. Tweezijdig bedrukt. 10:15cm.
Aankondiging van een voordracht van ‘het alombekende Magic Trio’:
‘De Toekomst der Nederlandse Letterkunde is rooskleurig zolang zij geen kloten heeft.'[:]

Jan Walravens / Gust Gils. Correspondentie 1952-1959.
[:nl]15 brieven en een kaartje (handgeschreven en getypt, 24p.) van Jan Walravens aan Gust Gils, en 31 brieven (29 in doorslag en een tweetal in kladschrift met enkele tekeningetjes, 43p.) van Gils aan Walravens.
Onder meer over mogelijke opname van Gils’ gedichten in ‘Tijd en Mens’, zijn kandidatuur voor redacteur (!), zijn debuutbundel ‘Partituur voor vlinderbloemigen’, het begin van ‘Gard Sivik’ en perikelen rond ‘Waar is de eerste morgen’ (met ongezouten meningen).[:]

Gust Gils (als Konservator van het Muzeum voor Kleine Kurioziteiten). Rapporten uit het Muzeum voor Kleine Kurioziteiten. Rapport 1.
1955 Antwerpen, eigen beheer, 4p. 22:14 cm. Vouwblad.
Afzonderlijke druk van het manifest van het Muzeum voor Kleine Kurioziteiten, ook verschenen in Gard Sivik nummer 4 (december 1955).

Simon Vinkenoog. Ludieke tekstcollage over Harry Mulisch.
[:nl]Begin jaren zestig. 22:16,5 cm. Op ruitjespapier (verkleurd en met lijmsporen). 22:16,5 cm.
“Men beweert wel, dat de veelzijdige/ talenten (zoals Mulisch en De zeer leesbare Fabricius)/ Elke dag een paar uur in de kamer rondvlieg-/ gen, waarna ze trouw elk haar/ eigen kooitje weer opzoeken./ Alles niets bijzonders.”[:]

James Lee Byars. Invitation on silk.
1983 Eindhoven, Van Abbemuseum.
Name of the artist printed on a piece of white silk, in white envelope with imprint of the museum. 9:14 cm.

Hubert Lampo. Hermione betrapt.
[:nl]Eén volle pagina handschrift (zwarte inkt) uit het manuscript in vroege versie. Met veel doorhalingen en sterk afwijkend van de uiteindelijke publicatie in 1962. 21:29,5 cm. Twee kleine gaatjes van verwijderde nietjes aan de bovenzijde. Tweemaal gevouwen.
Met opdracht in rode ballpoint op de achterzijde:
“Handschrift van een korte/ roman, die voorlopig ‘Hermione/ betrapt’ heet./ Hartelijk,/ Hubert Lampo”[:]