Hugo Claus. Masscheroen.
€30,00
Een spel van Hugo Claus. Met foto’s van Ed van der Elsken en Suzy Embo. 1968 Amsterdam, De Bezige Bij, eerste druk, 63p. 20:12,5 cm. Ingenaaid.
In stock
Gerelateerd
Tom Lanoye. Sprakeloos.
2009 Amsterdam, Prometheus, eerste druk, luxe-exemplaar, oplage 40 genummerde en gesigneerde exemplaren, bevat als bijlage een originele foto uit het archief van de familie Lanoye met handgeschreven duiding van de auteur op de achterzijde, 360p. 20:14 cm. Geitenleren band van handboekbinderij De Pers, in structuurkartonnen omslaghoes met leren sluitbandjes. De bijgevoegde zwart-wit foto (11:17 cm.) toont een impressie van het doopsel van de auteur (1958):
“Mijn doopsel, bijgewoond door/ o.a. mijn grootmoeder/ (3de van links)/ en mijn/ zusje (onderaan)./ Mijn vader staat, als/ altijd, op de achtergrond./ Tom Lanoye.”
Simon Vinkenoog e.a. Parijs 1950-1954.
Een collectie van zesenvijftig originele foto’s uit het archief van Simon Vinkenoog. Vintage prints (6:6 cm.) vrijwel allemaal door Vinkenoog voorzien van jaartal op de achterzijde. Prachtige snapshots uit Vinkenoogs Parijse periode toen hij werkzaam was bij UNESCO als Special Request Documents Officer. Naast inkijkjes in Vinkenoogs woon- en werkruimte, biedt de collectie terras-impressies en worden de nodige geliefden en vrienden geportretteerd. De foto’s brengen de intimiteit van het bohemien milieu ongedwongen in beeld en ademen een grote spontaniteit.
Behalve Vinkenoog zelf zijn onder andere Hans Andreus, Hugo Claus, Rudy Kousbroek, Hanny Michaëlis, Gerard Reve, Bert Schierbeek, Edo Spier en de ouders van Vinkenoog te zien. Vermeldenswaardig is de verloren gewaande foto uit 1951, waarop Hugo Claus samen met een kwaad achterom kijkende non is te zien. Dit beeld zou het verhaal moeten bevestigen dat Claus indertijd op straat jonge nonnen provoceerde door te proberen ze de kap van het hoofd te trekken.
(Hugo Claus). The Magic Trio.
1968 Brussel, Briefkaart met illustratie van De Heilige Drievuldigheid uit Claus’ beruchte toneelstuk Masscheroen, uitgegeven ter gelegenheid van ‘de Nederlandse Dagen’. Tweezijdig bedrukt. 10:15cm.
Aankondiging van een voordracht van ‘het alombekende Magic Trio’:
‘De Toekomst der Nederlandse Letterkunde is rooskleurig zolang zij geen kloten heeft.’
Louis Paul Boon (als Boontje). Op zoek naar de nozems. Een reportage van Boontje.
Op zoek naar de nozems. Een reportage van Boontje.
1960 Gent Uitgeverij De Vlam eerste druk 79p. 21:13,5 cm. Ingenaaid
Stefan Hertmans. Het Narrenschip.
C.C. Krijgelmans / Pjeroo Roobjee. Tegen een bizarre achtergrond van algemeen verderf.
Met twee zeefdrukken in vijf kleuren van Pjeroo Roobjee. 1979 Antwerpen, Ziggurat, eerste druk, oplage 60 genummerde en gesigneerde exemplaren, één van de 50 Arabisch genummerde exemplaren. 21p. 38:29 cm. Losbladig in omslag (licht verkleurd).
Zonder de oorspronkelijke dennenhouten doos. Dit exemplaar is, zoals het hoort, in het colofon gesigneerd, maar ongenummerd gebleven. De beide gesigneerde zeefdrukken zijn wel genummerd.
Gust Gils. Little Annie’s lonely songbook.
Muziek en tekst. 1974 Antwerpen, Uitgeverij Walter Soethoudt, Kijkgatpaperback nummer 15, eerste druk, 81p. 32,5:21 cm. Garenloos.
Eddy du Perron (als Duco Perkens). De behouden prullemand.
Snotneus-vaerzen van Duco Perkens. Zorgvuldig gerangschikt en gedrukt, ter vermeiïng van enkele vrienden en magen, in twaalf exemplaren, met portret door Creixams. 1925 (Brussel), eigen beheer, oplage 12 exemplaren, 65p. 20:15,5 cm. Ingebonden in een blinde band met sierpapier overplakt (plaatselijk wat papierverlies), met behoud van het oorspronkelijke omslag.
Du Perrons voorliefde voor uniforme en anonieme boekbanden is bekend. De overeenkomstige uitvoering van het exemplaar in de collectie van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, uit het vroegere bezit van A.A.M. Stols (met dank aan collega Fokas Holthuis voor deze vaststelling) wijst op mogelijk meerdere exemplaren in deze blinde band en doet ons veronderstellen dat dit de door Du Perron bedoelde uitgeversband is.
Van ‘Prilste Bellen’, ‘Pootigheidjes’ tot ‘De schoone Mirette voor wie mijn Hart van Liefde werd vervuld en berstte’.
Met een bondige verantwoording vooraf:
‘Zonder het getuigenis van Creixams, die mij — in Juli ’22 — ongeveer gezien moet hebben zooals ik was, zou ik het misschien niet gewaagd hebben deze vaerzen, zij ’t slechts in twaalf exemplaren, te doen drukken. Het portret kan ruimschoots tot inleiding dienen’.