Gerald Dauphin. Contactafdruk met portretten van Willem Frederik Hermans.
1977 Antwerpen. Reeks kleurenfoto’s in contactafdruk. Hermans ten huize van Freddy de Vree en Marie-Claire Nuyens, aan tafel met koffie en sigaret. 1p. 30,5:24 cm.
Gerelateerd
Willem Frederik Hermans. Hollywood.
1970 Amsterdam Thomas Rap, in opdracht van de Mandarijnenpers, eerste druk, 16:8 cm. geniet.
Herman Brusselmans. Affiche ‘Mooie jonge oppergod Herman Brusselmans. Belgisch Congo’
1987 Leuven, Behoud de Begeerte, 34:34 cm.
Freddy de Vree. WFH2SO4.
Tweezijdig bedrukt affiche, verschenen ter gelegenheid van de gelijknamige tentoonstelling van W.F. Hermans archivalia uit de collectie van Freddy de Vree. 2000 Antwerpen, Demian, oplage 300 genummerde en door De Vree gesigneerde exemplaren, in kartonnen koker met rode stempel ‘WFH2SO4’.
Jules Deelder. SHOTSVILLE 26 aug 66.
Handgeschreven brief uit Londen aan Simon en Reineke Vinkenoog en Olivier Boelen. 4p. 22,5:17,5 cm. geperforeerd. Associatief verslag van Deelders verblijf in Londen met het ongepubliceerde gedicht SHOTS (25 regels), waarvan fragmenten zijn terug te vinden in het lange gedicht Bright lights big city (voor het eerst in boekvorm verschenen in Moderne gedichten, 1979 De Bezige Bij).
“Any news ‘bout Brussels?/ Schrijf eens terug, we blijven hier nog een/ maand. Roos poen! veel poen! Kleren!/ Fluweel, zijde, brokaat; haar geknipt, baard &/ snor… nee, niet eraf, je lijkt wel gek, veranderd/ ARISTOKRATIES!! dig??”
“Love Love Love Love/ Jules & Rosalie”
Jan Walravens / Gust Gils. Correspondentie 1952-1959.
[:nl]15 brieven en een kaartje (handgeschreven en getypt, 24p.) van Jan Walravens aan Gust Gils, en 31 brieven (29 in doorslag en een tweetal in kladschrift met enkele tekeningetjes, 43p.) van Gils aan Walravens.
Onder meer over mogelijke opname van Gils’ gedichten in ‘Tijd en Mens’, zijn kandidatuur voor redacteur (!), zijn debuutbundel ‘Partituur voor vlinderbloemigen’, het begin van ‘Gard Sivik’ en perikelen rond ‘Waar is de eerste morgen’ (met ongezouten meningen).[:]
Simon Vinkenoog (reg. nr. C1/12 A.143). Eigen werk. Eigen Ogen.
Notitieboekje waarin Vinkenoog dagboekaantekeningen maakte tijdens zijn verblijf in de gevangenis van Utrecht, waar hij in het voorjaar van 1965 zes weken in de cel zat voor het bezitten van 0,16 gram marihuana. Handschrift in blauwe en zwarte inkt.
Maart-april 1965 Utrecht, Huis van Bewaring, 102p. 10:7 cm. Ringbinding.
De inhoud van dit dagboekje bestaat grotendeels uit niet gepubliceerde aantekeningen, enkele fragmenten zijn letterlijk terug te vinden in Vinkenoog’s ‘Tegen de wet. Zes weken Huis van bewaring, maart/april 1965’ (1980 Maasbree, Uitgeverij Corrie Zelen).
“8 maart 1965, 12u. in een/ blauw boekje op een groen/ tafelkleedje, cel A 1/12/ begane grond strafgevangeis/ Utrecht, Wolvenplein./ De gewapende schrijver. Ik behield mijn pen, sigaretten, aansteker,/ scheerapparaat, notitieboekjes/ en Willem. Willem houdt me in/ leven, in de identiteit die ik/ niet verlies door het afstand/ doen van mijn kleren, het ver-/ krijgen van een roepnummer &/ soortnaam, het dragen van/ een rijksmaskeradepak – maar/ die ik behoud van/ geboorte tot dood, en/ verder, en die in dit leven/ geboekstaafd staat als/ Simon Vinkenoog”
(Met ‘Willem’ bedoelt Vinkenoog LSD, hij smokkelde acht dosissen de gevangenis binnen.)
“1 boom te zien vanaf/ luchtplaats – kwetterende/ vogels. Zes weken kwetteren./ Kwettergek. Kamertje. Op/ de zon, ‘huiselijk verkeer.’”
“De/ gebaren niet meer kunnen/ maken. Handschrift is ‘n/ gevaarlijk iets, om over na te/ denken: waarom de mensen/ onleesbaar schrijven?/ Het schrijven./ Niet het overlezen, over-/ tikken, in’t net zetten,/ onderbrengen, rubriceren/ proza poëzie lezen?/ Ik blijf maar schrijven,/ ik zal wel zien wat/ overblijft – het geeft me/ de grootste vreugde, die/ van het – als ’n kind,/ bezig zijn.”
Christian Dotremont. Logogrammes (invitation)
1975 Bruxelles, Jacques Damase Gallery. Invitation (9:17,5 cm.) avec logogramme:
‘Vois aussi ce que tu ne lis pas. Et que j’écris d’ailleurs pour voir’