Karel van de Woestijne. ’t Gewicht van vijftig jaar, o God, in Uwen schoot.
€9,00
Gedicht (Oudejaarsavond 1927). Afzonderlijke overdruk op Japans papier uit ‘Gedichten van Karel van de Woestijne’ (1928 Haarlem, Joh. Enschedé en Zonen) verschenen in beperkte oplage ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de dichter. Typografie: Jan van Krimpen. 21,5:15 cm.
In stock
Gerelateerd
Remco Campert. Sunburst Wheels.
Vakantiekaartje uit Sarasota Florida aan uitgeverij de Bezige Bij, 8,5:13,5 cm.
“23 juli 1970/ Heel veel liefs voor de/ meisjes en aardigs voor/ de jongens van de B.B./ Remco”.
Jeroen Brouwers / Roger Raveel. Een nieuw Requiem.
Met tien illustraties van Roger Raveel. 2009 Antwerpen Wever & Bergh eerste druk 59p. 29,5:21 cm. Ingenaaid met flappen.
Bijgevoegd: cd met het Requiem van Mozart in een bewerking van Christian Köhler uitgevoerd door I Solisti del Vento.
Ex libris Brouwers.
Ex libris van de ouders van Jeroen Brouwers, ontworpen door de oudste zoon Leo. 9:7 cm. Geplakt op papier van iets groter formaat.
Ben Klein. Nieuwe pohesie.
1968 Antwerpen Artisjokreeks 1 eerste druk, oplage 200 genummerde en gesigneerde exemplaren. 47p. 24:20 cm. Ingenaaid.
Omslagfoto Filip Tas.
Remco Campert / Ysbrant. Zeventien schetsen voor Ysbrant. Gedichten met vijf zeefdrukken van Ysbrant.
1996 Antwerpen, Revolver, eerste druk, oplage 380 exemplaren 25,5:20 cm. Garenloos.
Gesigneerd door Remco Campert en Ysbrant.
Jeroen Brouwers. Joris Ockeloen en het wachten. Een lotgeval.
1967 Brussel/ Den Haag, Manteau, eerste druk, 176p. 20:12,5 cm. Garenloos. Met opdracht aan collega-schrijver Nico Wijnen (1916-1989): “voor Nico Wijnen/ met een hart vol sympathie/ & ter herinnering aan onze/ eerste ontmoeting in Den Haag/ op 13 mei 1968./ Jeroen Brouwers./ Brussel. 5/7/68”. (Dertien mei 1968 was de dag waarop de Vijverbergprijs voor ‘Joris Ockeloen en het wachten’ werd uitgereikt.)
Simon Vinkenoog. Ludieke tekstcollage over Harry Mulisch.
Begin jaren zestig. 22:16,5 cm. Op ruitjespapier (verkleurd en met lijmsporen). 22:16,5 cm.
“Men beweert wel, dat de veelzijdige/ talenten (zoals Mulisch en De zeer leesbare Fabricius)/ Elke dag een paar uur in de kamer rondvlieg-/ gen, waarna ze trouw elk haar/ eigen kooitje weer opzoeken./ Alles niets bijzonders.”
Gust Gils (als Konservator van het Muzeum voor Kleine Kurioziteiten). Rapporten uit het Muzeum voor Kleine Kurioziteiten. Rapport 1.
1955 Antwerpen, eigen beheer, 4p. 22:14 cm. Vouwblad.
Afzonderlijke druk van het manifest van het Muzeum voor Kleine Kurioziteiten, ook verschenen in Gard Sivik nummer 4 (december 1955).