Freddy de Vree. Blues pour Boris Vian. Essai.
1961 Antwerpen, De Tafelronde, Otosilbenreeks nummer 8, eerste afzonderlijke druk, oplage 120 genummerde exemplaren, één van de honderd Arabisch genummerde exemplaren. 54p. 18,5:16 cm. Garenloos (losbladig geworden).
Exemplaar uit het vroegere bezit van Paul Neuhuys met aantekeningen in potlood. Met opdracht:
“A M. Paul Neuhuys,/ ce petit son de cloche,/ écrit à l’intention des/ carillonneurs, qu’ils soient/ de carcassonne ou de vincennes/ swingcèrement/ Freddy de Vree/ 28.3.1961”
Gerelateerd

Jeroen Brouwers. Kroniek van een karakter.
Deel 1. 1976-1981. De Achterhoek. / Deel 2. 1982-1986. De oude Faust.
1987 Schoten Hadewijch eerste druk 399 / 445p. 23,5:16 cm. garenloos, gekartonneerd met omslagen.
Met inscripties op de titelpagina’s:
“Ik heb een hekel aan brievenbundelingen/ (blz. 7)/ Jeroen Brouwers”
“Waar gaan mijn brieven dan over?/ (deel 1, blz. 9)/ Jeroen Brouwers”

Paul De Vree. Over den Roman.
Cursus gehouden aan de Volksuniversiteit Herman van den Reeck. 1933 Langemark, overdruk uit Jong Dietschland studieblad voor Vlaamsche cultuur en politiek, debuut, eerste druk, 56p. 23:16 cm. Geniet.
Uit het vroegere bezit van Freddy de Vree, met zijn naam en adres op de eerste pagina.

Mon Meerts / Gust Gils. Drie bagatellen in gebiedende wijs. Met illustraties van Gust Gils.
1954 Antwerpen Lode Opdebeek Eerste druk, oplage 450 genummerde exemplaren, één van de vijfentwintig Romeins genummerde exemplaren. 22:16,5 cm. Ingenaaid.
Met opdracht: “voor hug c. pernath/ (die zonder snor, niet te verwarren met die van/ de krokodillen)/ brasschaat 16.IV.54/ gust gils/ (illustrator)”

Remco Campert (als Wessel Franken). Het gangstermeisje.
1965 Amsterdam, De Bezige Bij, tweede druk, 169p. 20:12,5 cm. Garenloos. Eén van een beperkt aantal exemplaren voorzien van fictief extra omslag met auteursnaam Wessel Franken, te zien in de verfilming van Het gangstermeisje (1966).

Leonard Nolens. De muzeale minnaar.
Brugge 1973, Uitgeverij Sonneville, eerste druk. 38p. 20:13 cm. Garenloos.
‘De muzeale minnaar’ verscheen na deze uitgave nooit meer in druk.
De dichter verkiest om dit vroege werk samen met de gedichten uit zijn eerste bundel ‘Orpheushanden’ (1969) niet op te nemen in edities van zijn gedichten.
Het verschijnen en bestaan van de bundel ‘Orpheushanden’ was blijkbaar zo onopgemerkt gebleven dat Nolens in 1974 voor ‘De muzeale minnaar’ werd bekroond met de prijs voor het literaire debuut (…)
In de verantwoording van de verzamelbundel ‘Hart tegen hart’ (1991 Querido) beschrijft Nolens zijn eerste twee bundels als ‘een kluwen dat in latere bundels wordt afgewikkeld’ en een begin ‘waarin men woorden heeft en nog geen taal’.

Remco Campert / Lucebert. Straatfotografie. Met tekeningen van Lucebert.
1994 Landgraaf Uitgeverij Herik Eerste druk, oplage 299 genummerde en door de auteur gesigneerde exemplaren, Zwarte Reeks nummer 25 22:14 cm. Ingenaaid.

Ben Klein. Nieuwe pohesie.
1968 Antwerpen Artisjokreeks 1 eerste druk, oplage 200 genummerde en gesigneerde exemplaren. 47p. 24:20 cm. Ingenaaid.
Omslagfoto Filip Tas.

Freddy de Vree. Dank voor Mandarijnen.
18 februari 1964. Handgeschreven bedankbriefje aan Willem Frederik Hermans. Over Mandarijnen op zwavelzuur, taperecorders in biechtstoelen en temperatuur en elektronen. Niet verstuurd.
Op de achterzijde van een anonieme fotomontage (zwart-wit) gebaseerd op een collage uit Mandarijnen op zwavelzuur. Vrouwelijk naakt met het hoofd van Freddy de Vree, stapt uit zee en betreedt een ‘strand’ van bh’s en ondergoed. 17,5:12,5 cm.