Herman Brusselmans. Affiche ‘Mooie jonge oppergod Herman Brusselmans. Belgisch Congo’
€17,00
1987 Leuven, Behoud de Begeerte, 34:34 cm.
In stock
Gerelateerd
Remco Campert. Verjaardagsdas.
Originele stropdas die Remco Campert draagt op de iconische omslagfoto van de verhalenbundel ‘Hoe ik mijn verjaardag vierde’ (De Bezige Bij 1969).
De ‘flashy’ das heeft het label van ‘John Stephen, Carnaby Street’. Stephen was één van de belangrijkste mode-ontwerpers uit de ‘Swinging London’ periode, bekend van zijn flamboyante herenmode-accessoires met kleurige bloemmotieven. The Beatles en The Rolling Stones lieten zich ook al eens door hem kleden.
Camperts verjaardagsdas werd eind jaren zestig in de hippe Carnaby Street gekocht door zijn geliefde Deborah Wolf.
Jeroen Brouwers. Kroniek van een karakter.
Deel 1. 1976-1981. De Achterhoek. / Deel 2. 1982-1986. De oude Faust.
1987 Schoten Hadewijch eerste druk 399 / 445p. 23,5:16 cm. garenloos, gekartonneerd met omslagen.
Met inscripties op de titelpagina’s:
“Ik heb een hekel aan brievenbundelingen/ (blz. 7)/ Jeroen Brouwers”
“Waar gaan mijn brieven dan over?/ (deel 1, blz. 9)/ Jeroen Brouwers”
Simon Vinkenoog. Afluisteren
Originele zwart-wit foto (24:30,5 cm.) uit 1988 door Freddy Rikken, genomen ter illustratie van het artikel ‘Heimelijke genoegens’ (over het afluisteren van gesprekken) dat 30 december 1988 verscheen in NRC Handelsblad. Contemporaine afdruk uit het archief van Simon Vinkenoog, met etiket van de fotograaf en post-it met het woord ‘Afluisteren’ in Vinkenoogs handschrift op de achterzijde.
Ex libris Brouwers.
Ex libris van de ouders van Jeroen Brouwers, ontworpen door de oudste zoon Leo. 9:7 cm. Geplakt op papier van iets groter formaat.
Frank Philippi. Nieuwjaarswens 1960. Originele foto.
23:17 cm. Originele foto op barietpapier met fotografisch gereproduceerde nieuwjaarswens en vermelding ‘Photo-atelier Frank Philippi’. Vaag knikje aan de onderzijde.
Simon Vinkenoog (reg. nr. C1/12 A.143). Eigen werk. Eigen Ogen.
Notitieboekje waarin Vinkenoog dagboekaantekeningen maakte tijdens zijn verblijf in de gevangenis van Utrecht, waar hij in het voorjaar van 1965 zes weken in de cel zat voor het bezitten van 0,16 gram marihuana. Handschrift in blauwe en zwarte inkt.
Maart-april 1965 Utrecht, Huis van Bewaring, 102p. 10:7 cm. Ringbinding.
De inhoud van dit dagboekje bestaat grotendeels uit niet gepubliceerde aantekeningen, enkele fragmenten zijn letterlijk terug te vinden in Vinkenoog’s ‘Tegen de wet. Zes weken Huis van bewaring, maart/april 1965’ (1980 Maasbree, Uitgeverij Corrie Zelen).
“8 maart 1965, 12u. in een/ blauw boekje op een groen/ tafelkleedje, cel A 1/12/ begane grond strafgevangeis/ Utrecht, Wolvenplein./ De gewapende schrijver. Ik behield mijn pen, sigaretten, aansteker,/ scheerapparaat, notitieboekjes/ en Willem. Willem houdt me in/ leven, in de identiteit die ik/ niet verlies door het afstand/ doen van mijn kleren, het ver-/ krijgen van een roepnummer &/ soortnaam, het dragen van/ een rijksmaskeradepak – maar/ die ik behoud van/ geboorte tot dood, en/ verder, en die in dit leven/ geboekstaafd staat als/ Simon Vinkenoog”
(Met ‘Willem’ bedoelt Vinkenoog LSD, hij smokkelde acht dosissen de gevangenis binnen.)
“1 boom te zien vanaf/ luchtplaats – kwetterende/ vogels. Zes weken kwetteren./ Kwettergek. Kamertje. Op/ de zon, ‘huiselijk verkeer.’”
“De/ gebaren niet meer kunnen/ maken. Handschrift is ‘n/ gevaarlijk iets, om over na te/ denken: waarom de mensen/ onleesbaar schrijven?/ Het schrijven./ Niet het overlezen, over-/ tikken, in’t net zetten,/ onderbrengen, rubriceren/ proza poëzie lezen?/ Ik blijf maar schrijven,/ ik zal wel zien wat/ overblijft – het geeft me/ de grootste vreugde, die/ van het – als ’n kind,/ bezig zijn.”
Gerald Dauphin. Contactafdruk met portretten van Willem Frederik Hermans.
1977 Antwerpen. Reeks kleurenfoto’s in contactafdruk. Hermans ten huize van Freddy de Vree en Marie-Claire Nuyens, aan tafel met koffie en sigaret. 1p. 30,5:24 cm.
Jan Walravens / Gust Gils. Correspondentie 1952-1959.
[:nl]15 brieven en een kaartje (handgeschreven en getypt, 24p.) van Jan Walravens aan Gust Gils, en 31 brieven (29 in doorslag en een tweetal in kladschrift met enkele tekeningetjes, 43p.) van Gils aan Walravens.
Onder meer over mogelijke opname van Gils’ gedichten in ‘Tijd en Mens’, zijn kandidatuur voor redacteur (!), zijn debuutbundel ‘Partituur voor vlinderbloemigen’, het begin van ‘Gard Sivik’ en perikelen rond ‘Waar is de eerste morgen’ (met ongezouten meningen).[:]