Jeroen Brouwers. Het mes op de keel.
1964 Brussel/ Den Haag, Manteau, eerste druk, literair debuut in boekvorm, eerste druk, 127p. 20:12,5 cm. garenloos. Omslagontwerp: Stefan Mesker.
Gerelateerd
Jeroen Brouwers. Groetjes uit Brussel.
Ansichtkaarten over liefde, literatuur en dood. 1969 Brussel / Den Haag, Manteau, 5de meridiaan, eerste druk, 120p. 20:12,5 cm. garenloos. Typografie: Karel Martens. Met opdracht aan Ward Ruyslinck en diens vrouw:
“voor Ward & Alice/ ware vrienden in het vijandige/ Vlaanderen, die steeds hebben/ willen begrijpen wat ik te zeggen/ had. Met dank & al mijn/ sympathie/ Jeroen/ Brussel 27/10/69”
Johan Joos. Chanson Inutile.
1996 Amsterdam / Antwerpen Uitgeverij Voetnoot eerste druk 14,5:15 cm. Ingenaaid.
Louis Paul Boon (als Boontje). Op zoek naar de nozems. Een reportage van Boontje.
Op zoek naar de nozems. Een reportage van Boontje.
1960 Gent Uitgeverij De Vlam eerste druk 79p. 21:13,5 cm. Ingenaaid
Leon Van Essche. Catalogus tentoonstelling ICC.
1981 Antwerpen ICC, catalogus nummer 206 24p.
Met losbladige reproducties in kartonnen map. 30,5:22 cm.
C.C. Krijgelmans / Pjeroo Roobjee. Tegen een bizarre achtergrond van algemeen verderf.
Met twee zeefdrukken in vijf kleuren van Pjeroo Roobjee. 1979 Antwerpen, Ziggurat, eerste druk, oplage 60 genummerde en gesigneerde exemplaren, één van de 50 Arabisch genummerde exemplaren. 21p. 38:29 cm. Losbladig in omslag (licht verkleurd).
Zonder de oorspronkelijke dennenhouten doos. Dit exemplaar is, zoals het hoort, in het colofon gesigneerd, maar ongenummerd gebleven. De beide gesigneerde zeefdrukken zijn wel genummerd.
Jeroen Brouwers. Geheime kamers.
2000 Amsterdam / Antwerpen, Uitgeverij Atlas, eerste druk, 488p. 21,5:15 cm. Linnen met omslag en rood leeslint. Exemplaar als nieuw.
Jeroen Brouwers. Laatste plicht.
Terugdenken aan Hans Roest (1917-2006). Feuilletons 10. 2018 Antwerpen, Demian, in samenwerking met Atlas Contact. 88p. Geïllustreerd. 21:14 cm. Ingenaaid. Omslag in tweekleuren hoogdruk. Grafische vormgeving: Jelle Jespers.
“Je moet lezen, hield meneer Roest mij voor, de klemtoon even vaak op het laatste en op het een-na-laatste-woord. Véél lezen!”