(Jeroen Brouwers) Benno Barnard e.a. Rust roest. Hulde- en handdruk voor Jeroen Brouwers.
€275,00
1994 Zutphen De Lange Afstand oplage 40 exemplaren. 26,5:16 cm. Ingenaaid.
Gelegenheidsuitgave naar aanleiding van het dertigjarig schrijverschap van Jeroen Brouwers, met bijdragen van: Benno Barnard, Walter van den Broeck, Tom van Deel, Cherry Duyns, Hans Roest, Peter Yvon de Vries en Julien Weverbergh.
In stock
Gerelateerd
Jeroen Brouwers. Groetjes uit Brussel.
Ansichtkaarten over liefde, literatuur en dood. 1969 Brussel / Den Haag, Manteau, 5de meridiaan, eerste druk, 120p. 20:12,5 cm. garenloos. Typografie: Karel Martens. Met opdracht aan Ward Ruyslinck en diens vrouw:
“voor Ward & Alice/ ware vrienden in het vijandige/ Vlaanderen, die steeds hebben/ willen begrijpen wat ik te zeggen/ had. Met dank & al mijn/ sympathie/ Jeroen/ Brussel 27/10/69”
Jeroen Brouwers. Het mes op de keel.
1964 Brussel/ Den Haag, Manteau, eerste druk, literair debuut in boekvorm, eerste druk, 127p. 20:12,5 cm. garenloos. Omslagontwerp: Stefan Mesker.
Johan Joos. Chanson Inutile.
1996 Amsterdam / Antwerpen Uitgeverij Voetnoot eerste druk 14,5:15 cm. Ingenaaid.
Ex libris Brouwers.
Ex libris van de ouders van Jeroen Brouwers, ontworpen door de oudste zoon Leo. 9:7 cm. Geplakt op papier van iets groter formaat.
Jeroen Brouwers. Geheime kamers.
2000 Amsterdam / Antwerpen, Uitgeverij Atlas, eerste druk, 488p. 21,5:15 cm. Linnen met omslag en rood leeslint. Exemplaar als nieuw.
Remco Campert / Lucebert. Straatfotografie. Met tekeningen van Lucebert.
1994 Landgraaf Uitgeverij Herik Eerste druk, oplage 299 genummerde en door de auteur gesigneerde exemplaren, Zwarte Reeks nummer 25 22:14 cm. Ingenaaid.
Jeroen Brouwers. Kroniek van een karakter.
Deel 1. 1976-1981. De Achterhoek. / Deel 2. 1982-1986. De oude Faust.
1987 Schoten Hadewijch eerste druk 399 / 445p. 23,5:16 cm. garenloos, gekartonneerd met omslagen.
Met inscripties op de titelpagina’s:
“Ik heb een hekel aan brievenbundelingen/ (blz. 7)/ Jeroen Brouwers”
“Waar gaan mijn brieven dan over?/ (deel 1, blz. 9)/ Jeroen Brouwers”