Herman Brusselmans. Affiche ‘Mooie jonge oppergod Herman Brusselmans. Belgisch Congo’
€17,00
1987 Leuven, Behoud de Begeerte, 34:34 cm.
In stock
Gerelateerd

Gerald Dauphin. Contactafdruk met portretten van Willem Frederik Hermans.
1977 Antwerpen. Reeks kleurenfoto’s in contactafdruk. Hermans ten huize van Freddy de Vree en Marie-Claire Nuyens, aan tafel met koffie en sigaret. 1p. 30,5:24 cm.

Gust Gils / W.F. Hermans/ en anderen. Affiche voor Vlaams-Nederlandse Toneeldag ’60.
Een samenwerking tussen de tijdschriften Podium 58 en Gard Sivik, en Werkgroep Rotterdams Toneel. Aankondiging van opvoeringen van ‘De Psychologische Test’ van W.F. Hermans, ‘Muizen’ van Gust Gils, ‘Dromen van IJzerdraad’ van Tone Brulin, en een toneelforum met onder anderen Jan Walravens, G.K. van het Reve en Cees Buddingh’. 62:42 cm.

Freddy de Vree. Dank voor Mandarijnen.
18 februari 1964. Handgeschreven bedankbriefje aan Willem Frederik Hermans. Over Mandarijnen op zwavelzuur, taperecorders in biechtstoelen en temperatuur en elektronen. Niet verstuurd.
Op de achterzijde van een anonieme fotomontage (zwart-wit) gebaseerd op een collage uit Mandarijnen op zwavelzuur. Vrouwelijk naakt met het hoofd van Freddy de Vree, stapt uit zee en betreedt een ‘strand’ van bh’s en ondergoed. 17,5:12,5 cm.
![[:nl]Simon Vinkenoog. Ludieke tekstcollage over Harry Mulisch.[:]](https://www.demian.be/wp-content/uploads/2021/02/vinkenoog_collage-240x240.jpg)
Simon Vinkenoog. Ludieke tekstcollage over Harry Mulisch.
Begin jaren zestig. 22:16,5 cm. Op ruitjespapier (verkleurd en met lijmsporen). 22:16,5 cm.
“Men beweert wel, dat de veelzijdige/ talenten (zoals Mulisch en De zeer leesbare Fabricius)/ Elke dag een paar uur in de kamer rondvlieg-/ gen, waarna ze trouw elk haar/ eigen kooitje weer opzoeken./ Alles niets bijzonders.”
![[:nl]Christian Dotremont. Logogrammes (invitation)[:]](https://www.demian.be/wp-content/uploads/2021/02/Logogrammes-240x240.jpg)
Christian Dotremont. Logogrammes (invitation)
1975 Bruxelles, Jacques Damase Gallery. Invitation (9:17,5 cm.) avec logogramme:
‘Vois aussi ce que tu ne lis pas. Et que j’écris d’ailleurs pour voir’

(Jeroen Brouwers) Benno Barnard e.a. Rust roest. Hulde- en handdruk voor Jeroen Brouwers.
1994 Zutphen De Lange Afstand oplage 40 exemplaren. 26,5:16 cm. Ingenaaid.
Gelegenheidsuitgave naar aanleiding van het dertigjarig schrijverschap van Jeroen Brouwers, met bijdragen van: Benno Barnard, Walter van den Broeck, Tom van Deel, Cherry Duyns, Hans Roest, Peter Yvon de Vries en Julien Weverbergh.

Jeroen Brouwers. Joris Ockeloen en het wachten. Een lotgeval.
1967 Brussel/ Den Haag, Manteau, eerste druk, 176p. 20:12,5 cm. Garenloos. Met opdracht aan collega-schrijver Nico Wijnen (1916-1989): “voor Nico Wijnen/ met een hart vol sympathie/ & ter herinnering aan onze/ eerste ontmoeting in Den Haag/ op 13 mei 1968./ Jeroen Brouwers./ Brussel. 5/7/68”. (Dertien mei 1968 was de dag waarop de Vijverbergprijs voor ‘Joris Ockeloen en het wachten’ werd uitgereikt.)
![[:nl]Simon Vinkenoog (reg. nr. C1/12 A.143). Eigen werk. Eigen Ogen.[:]](https://www.demian.be/wp-content/uploads/2021/02/Vinkenoog_handschrift_gevangenis-240x240.jpg)
Simon Vinkenoog (reg. nr. C1/12 A.143). Eigen werk. Eigen Ogen.
Notitieboekje waarin Vinkenoog dagboekaantekeningen maakte tijdens zijn verblijf in de gevangenis van Utrecht, waar hij in het voorjaar van 1965 zes weken in de cel zat voor het bezitten van 0,16 gram marihuana. Handschrift in blauwe en zwarte inkt.
Maart-april 1965 Utrecht, Huis van Bewaring, 102p. 10:7 cm. Ringbinding.
De inhoud van dit dagboekje bestaat grotendeels uit niet gepubliceerde aantekeningen, enkele fragmenten zijn letterlijk terug te vinden in Vinkenoog’s ‘Tegen de wet. Zes weken Huis van bewaring, maart/april 1965’ (1980 Maasbree, Uitgeverij Corrie Zelen).
“8 maart 1965, 12u. in een/ blauw boekje op een groen/ tafelkleedje, cel A 1/12/ begane grond strafgevangeis/ Utrecht, Wolvenplein./ De gewapende schrijver. Ik behield mijn pen, sigaretten, aansteker,/ scheerapparaat, notitieboekjes/ en Willem. Willem houdt me in/ leven, in de identiteit die ik/ niet verlies door het afstand/ doen van mijn kleren, het ver-/ krijgen van een roepnummer &/ soortnaam, het dragen van/ een rijksmaskeradepak – maar/ die ik behoud van/ geboorte tot dood, en/ verder, en die in dit leven/ geboekstaafd staat als/ Simon Vinkenoog”
(Met ‘Willem’ bedoelt Vinkenoog LSD, hij smokkelde acht dosissen de gevangenis binnen.)
“1 boom te zien vanaf/ luchtplaats – kwetterende/ vogels. Zes weken kwetteren./ Kwettergek. Kamertje. Op/ de zon, ‘huiselijk verkeer.’”
“De/ gebaren niet meer kunnen/ maken. Handschrift is ‘n/ gevaarlijk iets, om over na te/ denken: waarom de mensen/ onleesbaar schrijven?/ Het schrijven./ Niet het overlezen, over-/ tikken, in’t net zetten,/ onderbrengen, rubriceren/ proza poëzie lezen?/ Ik blijf maar schrijven,/ ik zal wel zien wat/ overblijft – het geeft me/ de grootste vreugde, die/ van het – als ’n kind,/ bezig zijn.”