Jos Vandeloo. Vrouwen.
€20,00
1978 Brussel/Den Haag, Manteau, drukproef, 171p. In elf losse katernen. Met handgeschreven ‘FIAT/ Goed voor druk/ Jos Vandeloo’, en opdracht:
“voor John Bel/ op de Fnac-avond/ hartelijk/ (zoals altijd)/ Antw. 28 nov. ‘91/ Jos Vandeloo”
Out of stock
Gerelateerd

Johan Joos. Chanson Inutile.
1996 Amsterdam / Antwerpen Uitgeverij Voetnoot eerste druk 14,5:15 cm. Ingenaaid.

Ben Klein. Nieuwe pohesie.
1968 Antwerpen Artisjokreeks 1 eerste druk, oplage 200 genummerde en gesigneerde exemplaren. 47p. 24:20 cm. Ingenaaid.
Omslagfoto Filip Tas.

Freddy de Vree. Willem Frederik Hermans. De aardigste man ter wereld.
2002 Amsterdam De Bezige Bij eerste druk 343p. 25:18 cm. garenloos met flappen

Jeroen Brouwers / Roger Raveel. Een nieuw Requiem.
Met tien illustraties van Roger Raveel. 2009 Antwerpen Wever & Bergh eerste druk 59p. 29,5:21 cm. Ingenaaid met flappen.
Bijgevoegd: cd met het Requiem van Mozart in een bewerking van Christian Köhler uitgevoerd door I Solisti del Vento.

Remco Campert / Lucebert. Straatfotografie. Met tekeningen van Lucebert.
1994 Landgraaf Uitgeverij Herik Eerste druk, oplage 299 genummerde en door de auteur gesigneerde exemplaren, Zwarte Reeks nummer 25 22:14 cm. Ingenaaid.

Willem Frederik Hermans. Hollywood.
1970 Amsterdam Thomas Rap, in opdracht van de Mandarijnenpers, eerste druk, 16:8 cm. geniet.

Gerrit Kouwenaar. Autopsie / Anoniem. Gedichten.
1965 Amsterdam, Querido, eerste druk, 74p. 20:12,5 cm. Garenloos. Met opdracht:
“Fernand Auwera,/ een moeilijke naam/ moet deze moeilijke gedichten/ lezen vanwege de ‘klik’/ het ga je goed en namens/ Gerrit Kouwenaar/ 11-X-’68, A’dam.”

Leonard Nolens. De muzeale minnaar.
Brugge 1973, Uitgeverij Sonneville, eerste druk. 38p. 20:13 cm. Garenloos.
‘De muzeale minnaar’ verscheen na deze uitgave nooit meer in druk.
De dichter verkiest om dit vroege werk samen met de gedichten uit zijn eerste bundel ‘Orpheushanden’ (1969) niet op te nemen in edities van zijn gedichten.
Het verschijnen en bestaan van de bundel ‘Orpheushanden’ was blijkbaar zo onopgemerkt gebleven dat Nolens in 1974 voor ‘De muzeale minnaar’ werd bekroond met de prijs voor het literaire debuut (…)
In de verantwoording van de verzamelbundel ‘Hart tegen hart’ (1991 Querido) beschrijft Nolens zijn eerste twee bundels als ‘een kluwen dat in latere bundels wordt afgewikkeld’ en een begin ‘waarin men woorden heeft en nog geen taal’.