Mon Meerts / Gust Gils. Drie bagatellen in gebiedende wijs.
€10,00
Met illustraties van Gust Gils. 1954 Antwerpen, Lode Opdebeek, eerste druk, oplage 450 genummerde exemplaren, één van de 425 genummerde exemplaren. 22:16,5 cm. Ingenaaid. Onopengesneden. Exemplaar als nieuw.
In stock
Gerelateerd

Leonard Nolens. De muzeale minnaar.
Brugge 1973, Uitgeverij Sonneville, eerste druk. 38p. 20:13 cm. Garenloos.
‘De muzeale minnaar’ verscheen na deze uitgave nooit meer in druk.
De dichter verkiest om dit vroege werk samen met de gedichten uit zijn eerste bundel ‘Orpheushanden’ (1969) niet op te nemen in edities van zijn gedichten.
Het verschijnen en bestaan van de bundel ‘Orpheushanden’ was blijkbaar zo onopgemerkt gebleven dat Nolens in 1974 voor ‘De muzeale minnaar’ werd bekroond met de prijs voor het literaire debuut (…)
In de verantwoording van de verzamelbundel ‘Hart tegen hart’ (1991 Querido) beschrijft Nolens zijn eerste twee bundels als ‘een kluwen dat in latere bundels wordt afgewikkeld’ en een begin ‘waarin men woorden heeft en nog geen taal’.

Jeroen Brouwers / Roger Raveel. Een nieuw Requiem.
Met tien illustraties van Roger Raveel. 2009 Antwerpen Wever & Bergh eerste druk 59p. 29,5:21 cm. Ingenaaid met flappen.
Bijgevoegd: cd met het Requiem van Mozart in een bewerking van Christian Köhler uitgevoerd door I Solisti del Vento.

Jeroen Brouwers. Joris Ockeloen en het wachten. Een lotgeval.
1967 Brussel/ Den Haag, Manteau, eerste druk, 176p. 20:12,5 cm. Garenloos. Met opdracht aan collega-schrijver Nico Wijnen (1916-1989): “voor Nico Wijnen/ met een hart vol sympathie/ & ter herinnering aan onze/ eerste ontmoeting in Den Haag/ op 13 mei 1968./ Jeroen Brouwers./ Brussel. 5/7/68”. (Dertien mei 1968 was de dag waarop de Vijverbergprijs voor ‘Joris Ockeloen en het wachten’ werd uitgereikt.)

Mon Meerts / Gust Gils. Drie bagatellen in gebiedende wijs. Met illustraties van Gust Gils.
1954 Antwerpen Lode Opdebeek Eerste druk, oplage 450 genummerde exemplaren, één van de vijfentwintig Romeins genummerde exemplaren. 22:16,5 cm. Ingenaaid.
Met opdracht: “voor hug c. pernath/ (die zonder snor, niet te verwarren met die van/ de krokodillen)/ brasschaat 16.IV.54/ gust gils/ (illustrator)”

Remco Campert (als Wessel Franken). Het gangstermeisje.
1965 Amsterdam, De Bezige Bij, tweede druk, 169p. 20:12,5 cm. Garenloos. Eén van een beperkt aantal exemplaren voorzien van fictief extra omslag met auteursnaam Wessel Franken, te zien in de verfilming van Het gangstermeisje (1966).

Hans Sleutelaar / Gust Gils. Met grondkastelen en garelige spionagebloemen.
Correspondentie tussen Hans Sleutelaar en Gust Gils, van 1956 tot 1958.
Vijfendertig brieven en elf kaartjes van Sleutelaar en vijftien brieven van Gils (in doorslag). 86 pagina’s, getypt en handgeschreven, diverse formaten. Papier hier en daar beschadigd en met knaagsporen.
Essentiële briefwisseling uit de eerste jaren waarin Hans Sleutelaar samen met Gust Gils deel uit maakte van de redactie van het avant-garde tijdschrift Gard Sivik, met bijzonder veel details over de turbulente werking van het tijdschrift.
Een betekenisvolle inkijk achter de coulissen van Gard Sivik en een poëtische uitwisseling op tempo.

Gust Gils (als Konservator van het Muzeum voor Kleine Kurioziteiten). Rapporten uit het Muzeum voor Kleine Kurioziteiten. Rapport 1.
1955 Antwerpen, eigen beheer, 4p. 22:14 cm. Vouwblad.
Afzonderlijke druk van het manifest van het Muzeum voor Kleine Kurioziteiten, ook verschenen in Gard Sivik nummer 4 (december 1955).