Paul De Vree. Over den Roman.
Cursus gehouden aan de Volksuniversiteit Herman van den Reeck. 1933 Langemark, overdruk uit Jong Dietschland studieblad voor Vlaamsche cultuur en politiek, debuut, eerste druk, 56p. 23:16 cm. Geniet.
Uit het vroegere bezit van Freddy de Vree, met zijn naam en adres op de eerste pagina.
Gerelateerd
![[:nl]Freddy de Vree. Blues pour Boris Vian. Essai.[:]](https://www.demian.be/wp-content/uploads/2021/02/IMG_1698-scaled-240x240.jpg)
Freddy de Vree. Blues pour Boris Vian. Essai.
1961 Antwerpen, De Tafelronde, Otosilbenreeks nummer 8, eerste afzonderlijke druk, oplage 120 genummerde exemplaren, één van de honderd Arabisch genummerde exemplaren. 54p. 18,5:16 cm. Garenloos (losbladig geworden).
Exemplaar uit het vroegere bezit van Paul Neuhuys met aantekeningen in potlood. Met opdracht:
“A M. Paul Neuhuys,/ ce petit son de cloche,/ écrit à l’intention des/ carillonneurs, qu’ils soient/ de carcassonne ou de vincennes/ swingcèrement/ Freddy de Vree/ 28.3.1961”

Jeroen Brouwers. Joris Ockeloen en het wachten. Een lotgeval.
1967 Brussel/ Den Haag, Manteau, eerste druk, 176p. 20:12,5 cm. Garenloos. Met opdracht aan collega-schrijver Nico Wijnen (1916-1989): “voor Nico Wijnen/ met een hart vol sympathie/ & ter herinnering aan onze/ eerste ontmoeting in Den Haag/ op 13 mei 1968./ Jeroen Brouwers./ Brussel. 5/7/68”. (Dertien mei 1968 was de dag waarop de Vijverbergprijs voor ‘Joris Ockeloen en het wachten’ werd uitgereikt.)

Gust Gils. Zeer verlaten reiziger.
Met vier houtsneden van de auteur. 1954 Antwerpen eigen beheer eerste druk, oplage 150 genummerde exemplaren 44p. 21:14 cm. Ingenaaid.
Bijgevoegd: Aankondigingskaartje van ‘Zeer verlaten reiziger’ met ‘enkele beoordelingen’ van ‘Partituur voor vlinderbloemigen’ op de achterzijde. 10:14cm.

Freddy de Vree. Dank voor Mandarijnen.
18 februari 1964. Handgeschreven bedankbriefje aan Willem Frederik Hermans. Over Mandarijnen op zwavelzuur, taperecorders in biechtstoelen en temperatuur en elektronen. Niet verstuurd.
Op de achterzijde van een anonieme fotomontage (zwart-wit) gebaseerd op een collage uit Mandarijnen op zwavelzuur. Vrouwelijk naakt met het hoofd van Freddy de Vree, stapt uit zee en betreedt een ‘strand’ van bh’s en ondergoed. 17,5:12,5 cm.

Leonard Nolens. De muzeale minnaar.
Brugge 1973, Uitgeverij Sonneville, eerste druk. 38p. 20:13 cm. Garenloos.
‘De muzeale minnaar’ verscheen na deze uitgave nooit meer in druk.
De dichter verkiest om dit vroege werk samen met de gedichten uit zijn eerste bundel ‘Orpheushanden’ (1969) niet op te nemen in edities van zijn gedichten.
Het verschijnen en bestaan van de bundel ‘Orpheushanden’ was blijkbaar zo onopgemerkt gebleven dat Nolens in 1974 voor ‘De muzeale minnaar’ werd bekroond met de prijs voor het literaire debuut (…)
In de verantwoording van de verzamelbundel ‘Hart tegen hart’ (1991 Querido) beschrijft Nolens zijn eerste twee bundels als ‘een kluwen dat in latere bundels wordt afgewikkeld’ en een begin ‘waarin men woorden heeft en nog geen taal’.

Gerrit Achterberg / H.N. Werkman. Meisje.
1944 In agris occupatis, nummer twee in de Volière-reeks, gedrukt en verlucht door H.N. Werkman, eerste druk, oplage 110 genummerde exemplaren, 12p. 25:17,5 cm. Geniet.
Afgezien van de licht roestige nietjes een uitermate fris en gaaf exemplaar.

Mon Meerts / Gust Gils. Drie bagatellen in gebiedende wijs. Met illustraties van Gust Gils.
1954 Antwerpen Lode Opdebeek Eerste druk, oplage 450 genummerde exemplaren, één van de vijfentwintig Romeins genummerde exemplaren. 22:16,5 cm. Ingenaaid.
Met opdracht: “voor hug c. pernath/ (die zonder snor, niet te verwarren met die van/ de krokodillen)/ brasschaat 16.IV.54/ gust gils/ (illustrator)”