Remco Campert (als Wessel Franken). Het gangstermeisje.
1965 Amsterdam, De Bezige Bij, tweede druk, 169p. 20:12,5 cm. Garenloos. Eén van een beperkt aantal exemplaren voorzien van fictief extra omslag met auteursnaam Wessel Franken, te zien in de verfilming van Het gangstermeisje (1966).
Gerelateerd

Gerrit Achterberg / H.N. Werkman. Meisje.
1944 In agris occupatis, nummer twee in de Volière-reeks, gedrukt en verlucht door H.N. Werkman, eerste druk, oplage 110 genummerde exemplaren, 12p. 25:17,5 cm. Geniet.
Afgezien van de licht roestige nietjes een uitermate fris en gaaf exemplaar.

Hugo Claus. Jan de Lichte. Gedichtencyclus met een originele lithografie van Roel D’Haese.
1981 Antwerpen Ziggurat Eerste druk, oplage 110 genummerde en gesigneerde exemplaren, één van de 100 Arabisch genummerde exemplaren.
Tekst in bloedrode inkt. 20:15 cm. Ingenaaid met preegdruk in het omslag. In grijs linnen kaft met drie luiken, met tweede litho (afgekeurd door de kunstenaar) aan de binnenzijde.

(Jeroen Brouwers) Benno Barnard e.a. Rust roest. Hulde- en handdruk voor Jeroen Brouwers.
1994 Zutphen De Lange Afstand oplage 40 exemplaren. 26,5:16 cm. Ingenaaid.
Gelegenheidsuitgave naar aanleiding van het dertigjarig schrijverschap van Jeroen Brouwers, met bijdragen van: Benno Barnard, Walter van den Broeck, Tom van Deel, Cherry Duyns, Hans Roest, Peter Yvon de Vries en Julien Weverbergh.

Remco Campert. Sunburst Wheels.
Vakantiekaartje uit Sarasota Florida aan uitgeverij de Bezige Bij, 8,5:13,5 cm.
“23 juli 1970/ Heel veel liefs voor de/ meisjes en aardigs voor/ de jongens van de B.B./ Remco”.

Leonard Nolens. De muzeale minnaar.
Brugge 1973, Uitgeverij Sonneville, eerste druk. 38p. 20:13 cm. Garenloos.
‘De muzeale minnaar’ verscheen na deze uitgave nooit meer in druk.
De dichter verkiest om dit vroege werk samen met de gedichten uit zijn eerste bundel ‘Orpheushanden’ (1969) niet op te nemen in edities van zijn gedichten.
Het verschijnen en bestaan van de bundel ‘Orpheushanden’ was blijkbaar zo onopgemerkt gebleven dat Nolens in 1974 voor ‘De muzeale minnaar’ werd bekroond met de prijs voor het literaire debuut (…)
In de verantwoording van de verzamelbundel ‘Hart tegen hart’ (1991 Querido) beschrijft Nolens zijn eerste twee bundels als ‘een kluwen dat in latere bundels wordt afgewikkeld’ en een begin ‘waarin men woorden heeft en nog geen taal’.