Sinclair Beiles / William Burroughs / Gregory Corso / Brion Gysin. Minutes to go.
1960 Paris, Two Cities Editions, first edition, 63p. 21:13,5 cm.
Spine with small imperfections and discolouration. Provenance: collection Simon Vinkenoog.
Signed by Beiles, Burroughs and Corso and with two handwritten remarks by Burroughs: Under ‘Open Letter to Life Magazine’ (page 12) he wrote “by Sinclair Beiles”, and to his Cut-up text ‘Mao Tze’ (page 20) he added to the line ‘(fight fight talk talk… talk talk fight fight)’: “Fighting produces fighting./The response to talk/ is talk.”
Gerelateerd
![[:nl]Simon Vinkenoog (reg. nr. C1/12 A.143). Eigen werk. Eigen Ogen.[:]](https://www.demian.be/wp-content/uploads/2021/02/Vinkenoog_handschrift_gevangenis-240x240.jpg)
Simon Vinkenoog (reg. nr. C1/12 A.143). Eigen werk. Eigen Ogen.
Notitieboekje waarin Vinkenoog dagboekaantekeningen maakte tijdens zijn verblijf in de gevangenis van Utrecht, waar hij in het voorjaar van 1965 zes weken in de cel zat voor het bezitten van 0,16 gram marihuana. Handschrift in blauwe en zwarte inkt.
Maart-april 1965 Utrecht, Huis van Bewaring, 102p. 10:7 cm. Ringbinding.
De inhoud van dit dagboekje bestaat grotendeels uit niet gepubliceerde aantekeningen, enkele fragmenten zijn letterlijk terug te vinden in Vinkenoog’s ‘Tegen de wet. Zes weken Huis van bewaring, maart/april 1965’ (1980 Maasbree, Uitgeverij Corrie Zelen).
“8 maart 1965, 12u. in een/ blauw boekje op een groen/ tafelkleedje, cel A 1/12/ begane grond strafgevangeis/ Utrecht, Wolvenplein./ De gewapende schrijver. Ik behield mijn pen, sigaretten, aansteker,/ scheerapparaat, notitieboekjes/ en Willem. Willem houdt me in/ leven, in de identiteit die ik/ niet verlies door het afstand/ doen van mijn kleren, het ver-/ krijgen van een roepnummer &/ soortnaam, het dragen van/ een rijksmaskeradepak – maar/ die ik behoud van/ geboorte tot dood, en/ verder, en die in dit leven/ geboekstaafd staat als/ Simon Vinkenoog”
(Met ‘Willem’ bedoelt Vinkenoog LSD, hij smokkelde acht dosissen de gevangenis binnen.)
“1 boom te zien vanaf/ luchtplaats – kwetterende/ vogels. Zes weken kwetteren./ Kwettergek. Kamertje. Op/ de zon, ‘huiselijk verkeer.’”
“De/ gebaren niet meer kunnen/ maken. Handschrift is ‘n/ gevaarlijk iets, om over na te/ denken: waarom de mensen/ onleesbaar schrijven?/ Het schrijven./ Niet het overlezen, over-/ tikken, in’t net zetten,/ onderbrengen, rubriceren/ proza poëzie lezen?/ Ik blijf maar schrijven,/ ik zal wel zien wat/ overblijft – het geeft me/ de grootste vreugde, die/ van het – als ’n kind,/ bezig zijn.”

Louis Paul Boon (als Boontje). Op zoek naar de nozems. Een reportage van Boontje.
Op zoek naar de nozems. Een reportage van Boontje.
1960 Gent Uitgeverij De Vlam eerste druk 79p. 21:13,5 cm. Ingenaaid

Willem M. Roggeman. Blue Notebook. Jazzgedichten. Voorwoord Simon Vinkenoog.
2006 Antwerpen Demian Eerste druk, oplage 250 exemplaren 32p. 21:21 cm. ingenaaid
![[:nl]Simon Vinkenoog. Ludieke tekstcollage over Harry Mulisch.[:]](https://www.demian.be/wp-content/uploads/2021/02/vinkenoog_collage-240x240.jpg)
Simon Vinkenoog. Ludieke tekstcollage over Harry Mulisch.
Begin jaren zestig. 22:16,5 cm. Op ruitjespapier (verkleurd en met lijmsporen). 22:16,5 cm.
“Men beweert wel, dat de veelzijdige/ talenten (zoals Mulisch en De zeer leesbare Fabricius)/ Elke dag een paar uur in de kamer rondvlieg-/ gen, waarna ze trouw elk haar/ eigen kooitje weer opzoeken./ Alles niets bijzonders.”

Leonard Nolens. De muzeale minnaar.
Brugge 1973, Uitgeverij Sonneville, eerste druk. 38p. 20:13 cm. Garenloos.
‘De muzeale minnaar’ verscheen na deze uitgave nooit meer in druk.
De dichter verkiest om dit vroege werk samen met de gedichten uit zijn eerste bundel ‘Orpheushanden’ (1969) niet op te nemen in edities van zijn gedichten.
Het verschijnen en bestaan van de bundel ‘Orpheushanden’ was blijkbaar zo onopgemerkt gebleven dat Nolens in 1974 voor ‘De muzeale minnaar’ werd bekroond met de prijs voor het literaire debuut (…)
In de verantwoording van de verzamelbundel ‘Hart tegen hart’ (1991 Querido) beschrijft Nolens zijn eerste twee bundels als ‘een kluwen dat in latere bundels wordt afgewikkeld’ en een begin ‘waarin men woorden heeft en nog geen taal’.
![[:nl]Waarom Daarom. Ruimten.[:]](https://www.demian.be/wp-content/uploads/2021/02/waarom_daarom-240x240.jpg)
Waarom Daarom. Ruimten.
Themanummer poëtica. Zevende jaargang, nummer 26, 1968. 28 p. 23:16,5 cm. Geniet.
Redactie: Ludo Abicht, Frans Boenders, Herman De Coninck, Wim Gijsen, Jo Stevens, Luc Wenseleers. Omslag: Pol Mara.
Met bijdragen van Ludo Abicht, Albert Bontridder, Louis Paul Boon, Nic Van Bruggen, Herman J. Claeys, Hugo Claus, Herman De Coninck, Mark Dangin, Wim Gijsen, Gust Gils, Jos De Haes, Karel Jonckheere, Herman Moscoviter, Erik Van Ruysbeek, Simon Vinkenoog, Eddy Van Vliet, Hans Van Den Waarsenburg, Dick Walda, Hans Melchior Wap, Marcel Wauters, Luc Wenseleers.
![[:nl]Jules Deelder. SHOTSVILLE 26 aug 66. [:]](https://www.demian.be/wp-content/uploads/2021/02/Shots-240x240.jpg)
Jules Deelder. SHOTSVILLE 26 aug 66.
Handgeschreven brief uit Londen aan Simon en Reineke Vinkenoog en Olivier Boelen. 4p. 22,5:17,5 cm. geperforeerd. Associatief verslag van Deelders verblijf in Londen met het ongepubliceerde gedicht SHOTS (25 regels), waarvan fragmenten zijn terug te vinden in het lange gedicht Bright lights big city (voor het eerst in boekvorm verschenen in Moderne gedichten, 1979 De Bezige Bij).
“Any news ‘bout Brussels?/ Schrijf eens terug, we blijven hier nog een/ maand. Roos poen! veel poen! Kleren!/ Fluweel, zijde, brokaat; haar geknipt, baard &/ snor… nee, niet eraf, je lijkt wel gek, veranderd/ ARISTOKRATIES!! dig??”
“Love Love Love Love/ Jules & Rosalie”