Hugo Claus. Masscheroen.
€30,00
Een spel van Hugo Claus. Met foto’s van Ed van der Elsken en Suzy Embo. 1968 Amsterdam, De Bezige Bij, eerste druk, 63p. 20:12,5 cm. Ingenaaid.
Op voorraad
Gerelateerd
(Hugo Claus). The Magic Trio.
1968 Brussel, Briefkaart met illustratie van De Heilige Drievuldigheid uit Claus’ beruchte toneelstuk Masscheroen, uitgegeven ter gelegenheid van ‘de Nederlandse Dagen’. Tweezijdig bedrukt. 10:15cm.
Aankondiging van een voordracht van ‘het alombekende Magic Trio’:
‘De Toekomst der Nederlandse Letterkunde is rooskleurig zolang zij geen kloten heeft.’
Eddy du Perron (als Duco Perkens). De behouden prullemand.
Snotneus-vaerzen van Duco Perkens. Zorgvuldig gerangschikt en gedrukt, ter vermeiïng van enkele vrienden en magen, in twaalf exemplaren, met portret door Creixams. 1925 (Brussel), eigen beheer, oplage 12 exemplaren, 65p. 20:15,5 cm. Ingebonden in een blinde band met sierpapier overplakt (plaatselijk wat papierverlies), met behoud van het oorspronkelijke omslag.
Du Perrons voorliefde voor uniforme en anonieme boekbanden is bekend. De overeenkomstige uitvoering van het exemplaar in de collectie van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, uit het vroegere bezit van A.A.M. Stols (met dank aan collega Fokas Holthuis voor deze vaststelling) wijst op mogelijk meerdere exemplaren in deze blinde band en doet ons veronderstellen dat dit de door Du Perron bedoelde uitgeversband is.
Van ‘Prilste Bellen’, ‘Pootigheidjes’ tot ‘De schoone Mirette voor wie mijn Hart van Liefde werd vervuld en berstte’.
Met een bondige verantwoording vooraf:
‘Zonder het getuigenis van Creixams, die mij — in Juli ’22 — ongeveer gezien moet hebben zooals ik was, zou ik het misschien niet gewaagd hebben deze vaerzen, zij ’t slechts in twaalf exemplaren, te doen drukken. Het portret kan ruimschoots tot inleiding dienen’.
Jeroen Brouwers / Roger Raveel. Een nieuw Requiem.
Met tien illustraties van Roger Raveel. 2009 Antwerpen Wever & Bergh eerste druk 59p. 29,5:21 cm. Ingenaaid met flappen.
Bijgevoegd: cd met het Requiem van Mozart in een bewerking van Christian Köhler uitgevoerd door I Solisti del Vento.
Jeroen Brouwers. Het mes op de keel.
1964 Brussel/ Den Haag, Manteau, eerste druk, literair debuut in boekvorm, eerste druk, 127p. 20:12,5 cm. garenloos. Omslagontwerp: Stefan Mesker.
C.C. Krijgelmans / Pjeroo Roobjee. Tegen een bizarre achtergrond van algemeen verderf.
Met twee zeefdrukken in vijf kleuren van Pjeroo Roobjee. 1979 Antwerpen, Ziggurat, eerste druk, oplage 60 genummerde en gesigneerde exemplaren, één van de 50 Arabisch genummerde exemplaren. 21p. 38:29 cm. Losbladig in omslag (licht verkleurd).
Zonder de oorspronkelijke dennenhouten doos. Dit exemplaar is, zoals het hoort, in het colofon gesigneerd, maar ongenummerd gebleven. De beide gesigneerde zeefdrukken zijn wel genummerd.
Jeroen Brouwers. Joris Ockeloen en het wachten. Een lotgeval.
1967 Brussel/ Den Haag, Manteau, eerste druk, 176p. 20:12,5 cm. Garenloos. Met opdracht aan collega-schrijver Nico Wijnen (1916-1989): “voor Nico Wijnen/ met een hart vol sympathie/ & ter herinnering aan onze/ eerste ontmoeting in Den Haag/ op 13 mei 1968./ Jeroen Brouwers./ Brussel. 5/7/68”. (Dertien mei 1968 was de dag waarop de Vijverbergprijs voor ‘Joris Ockeloen en het wachten’ werd uitgereikt.)
Jeroen Brouwers. Geheime kamers.
2000 Amsterdam / Antwerpen, Uitgeverij Atlas, eerste druk, 488p. 21,5:15 cm. Linnen met omslag en rood leeslint. Exemplaar als nieuw.
Tom Lanoye. Sprakeloos.
2009 Amsterdam, Prometheus, eerste druk, luxe-exemplaar, oplage 40 genummerde en gesigneerde exemplaren, bevat als bijlage een originele foto uit het archief van de familie Lanoye met handgeschreven duiding van de auteur op de achterzijde, 360p. 20:14 cm. Geitenleren band van handboekbinderij De Pers, in structuurkartonnen omslaghoes met leren sluitbandjes. De bijgevoegde zwart-wit foto (11:17 cm.) toont een impressie van het doopsel van de auteur (1958):
“Mijn doopsel, bijgewoond door/ o.a. mijn grootmoeder/ (3de van links)/ en mijn/ zusje (onderaan)./ Mijn vader staat, als/ altijd, op de achtergrond./ Tom Lanoye.”