Jeroen Brouwers. Het mes op de keel.
1964 Brussel/ Den Haag, Manteau, eerste druk, literair debuut in boekvorm, eerste druk, 127p. 20:12,5 cm. garenloos. Omslagontwerp: Stefan Mesker.
Gerelateerd
![[:nl]Ex libris Brouwers.[:]](https://www.demian.be/wp-content/uploads/2021/02/exlibris-240x240.jpg)
Ex libris Brouwers.
Ex libris van de ouders van Jeroen Brouwers, ontworpen door de oudste zoon Leo. 9:7 cm. Geplakt op papier van iets groter formaat.

C.C. Krijgelmans / Pjeroo Roobjee. Tegen een bizarre achtergrond van algemeen verderf.
Met twee zeefdrukken in vijf kleuren van Pjeroo Roobjee. 1979 Antwerpen, Ziggurat, eerste druk, oplage 60 genummerde en gesigneerde exemplaren, één van de 50 Arabisch genummerde exemplaren. 21p. 38:29 cm. Losbladig in omslag (licht verkleurd).
Zonder de oorspronkelijke dennenhouten doos. Dit exemplaar is, zoals het hoort, in het colofon gesigneerd, maar ongenummerd gebleven. De beide gesigneerde zeefdrukken zijn wel genummerd.

Gust Gils. Zeer verlaten reiziger.
Met vier houtsneden van de auteur. 1954 Antwerpen eigen beheer eerste druk, oplage 150 genummerde exemplaren 44p. 21:14 cm. Ingenaaid.
Bijgevoegd: Aankondigingskaartje van ‘Zeer verlaten reiziger’ met ‘enkele beoordelingen’ van ‘Partituur voor vlinderbloemigen’ op de achterzijde. 10:14cm.

Leon Van Essche. Catalogus tentoonstelling ICC.
1981 Antwerpen ICC, catalogus nummer 206 24p.
Met losbladige reproducties in kartonnen map. 30,5:22 cm.

(Jeroen Brouwers) Benno Barnard e.a. Rust roest. Hulde- en handdruk voor Jeroen Brouwers.
1994 Zutphen De Lange Afstand oplage 40 exemplaren. 26,5:16 cm. Ingenaaid.
Gelegenheidsuitgave naar aanleiding van het dertigjarig schrijverschap van Jeroen Brouwers, met bijdragen van: Benno Barnard, Walter van den Broeck, Tom van Deel, Cherry Duyns, Hans Roest, Peter Yvon de Vries en Julien Weverbergh.

Leonard Nolens. De muzeale minnaar.
Brugge 1973, Uitgeverij Sonneville, eerste druk. 38p. 20:13 cm. Garenloos.
‘De muzeale minnaar’ verscheen na deze uitgave nooit meer in druk.
De dichter verkiest om dit vroege werk samen met de gedichten uit zijn eerste bundel ‘Orpheushanden’ (1969) niet op te nemen in edities van zijn gedichten.
Het verschijnen en bestaan van de bundel ‘Orpheushanden’ was blijkbaar zo onopgemerkt gebleven dat Nolens in 1974 voor ‘De muzeale minnaar’ werd bekroond met de prijs voor het literaire debuut (…)
In de verantwoording van de verzamelbundel ‘Hart tegen hart’ (1991 Querido) beschrijft Nolens zijn eerste twee bundels als ‘een kluwen dat in latere bundels wordt afgewikkeld’ en een begin ‘waarin men woorden heeft en nog geen taal’.