Ex libris Brouwers.
€35,00
Ex libris van de ouders van Jeroen Brouwers, ontworpen door de oudste zoon Leo. 9:7 cm. Geplakt op papier van iets groter formaat.
In stock
Gerelateerd
Remco Campert. Sunburst Wheels.
Vakantiekaartje uit Sarasota Florida aan uitgeverij de Bezige Bij, 8,5:13,5 cm.
“23 juli 1970/ Heel veel liefs voor de/ meisjes en aardigs voor/ de jongens van de B.B./ Remco”.
(Hugo Claus). The Magic Trio.
1968 Brussel, Briefkaart met illustratie van De Heilige Drievuldigheid uit Claus’ beruchte toneelstuk Masscheroen, uitgegeven ter gelegenheid van ‘de Nederlandse Dagen’. Tweezijdig bedrukt. 10:15cm.
Aankondiging van een voordracht van ‘het alombekende Magic Trio’:
‘De Toekomst der Nederlandse Letterkunde is rooskleurig zolang zij geen kloten heeft.’
Nic van Bruggen (als Nikolaas).
Schriftschilderijen & Gestuele Sinjalen. Tentoonstellingsaffiche. 1975 Antwerpen, Vecu.
Verstrooid papier. Wat lezers in boeken achterlaten.
2012 Antwerpen [Demian] – 192p. 21:16 cm. gebonden. Illustraties in kleur.
René Franken van het Antwerpse Antiquariaat Demian verzamelt al twintig jaar opmerkelijke gedrukte en beschreven papiertjes, foto’s en ander verstrooid papier dat hij vindt in de door hem aangekochte boeken.
‘Verstrooid papier’ verscheen ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van Demian en bevat een selectie uit wat lezers in boeken achterlaten, met teksten van 91 schrijvers en kunstenaars die bij Demian over de vloer komen.
Witold Gombrowicz. Dix lettres en manuscrit original et un portrait photographique de l’auteur.
Decembre 1964 – août 1965. Correspondance avec Julien Weverbergh (auteur et éditeur belge) au suj et d’une interview par écrit dans la revue litteraire ‘Komma’ et des possibilités de traductions en neerlandais de quelques titres.
11p. perforées. Deux lettres avec traces d’eau et une lettre avec de petites rousseurs.
Marcel Wauters. Verlangen van het water.
Linnen zakdoekje met gesigneerd handgeschreven gedicht in groen waskrijt. 1968 Wetteren, Poeziemarkt. 28:27,5 cm. Driemaal gevouwen.
Gedicht van Marcel Wauters door hem geschreven en verkocht tijdens de fameuze eerste editie van de Poëziemarkt te Wetteren.
“Verlangen van/ het water:/ ijs te worden/ om te kunnen smelten.”
Gust Gils / W.F. Hermans/ en anderen. Affiche voor Vlaams-Nederlandse Toneeldag ’60.
Een samenwerking tussen de tijdschriften Podium 58 en Gard Sivik, en Werkgroep Rotterdams Toneel. Aankondiging van opvoeringen van ‘De Psychologische Test’ van W.F. Hermans, ‘Muizen’ van Gust Gils, ‘Dromen van IJzerdraad’ van Tone Brulin, en een toneelforum met onder anderen Jan Walravens, G.K. van het Reve en Cees Buddingh’. 62:42 cm.
Simon Vinkenoog (reg. nr. C1/12 A.143). Eigen werk. Eigen Ogen.
Notitieboekje waarin Vinkenoog dagboekaantekeningen maakte tijdens zijn verblijf in de gevangenis van Utrecht, waar hij in het voorjaar van 1965 zes weken in de cel zat voor het bezitten van 0,16 gram marihuana. Handschrift in blauwe en zwarte inkt.
Maart-april 1965 Utrecht, Huis van Bewaring, 102p. 10:7 cm. Ringbinding.
De inhoud van dit dagboekje bestaat grotendeels uit niet gepubliceerde aantekeningen, enkele fragmenten zijn letterlijk terug te vinden in Vinkenoog’s ‘Tegen de wet. Zes weken Huis van bewaring, maart/april 1965’ (1980 Maasbree, Uitgeverij Corrie Zelen).
“8 maart 1965, 12u. in een/ blauw boekje op een groen/ tafelkleedje, cel A 1/12/ begane grond strafgevangeis/ Utrecht, Wolvenplein./ De gewapende schrijver. Ik behield mijn pen, sigaretten, aansteker,/ scheerapparaat, notitieboekjes/ en Willem. Willem houdt me in/ leven, in de identiteit die ik/ niet verlies door het afstand/ doen van mijn kleren, het ver-/ krijgen van een roepnummer &/ soortnaam, het dragen van/ een rijksmaskeradepak – maar/ die ik behoud van/ geboorte tot dood, en/ verder, en die in dit leven/ geboekstaafd staat als/ Simon Vinkenoog”
(Met ‘Willem’ bedoelt Vinkenoog LSD, hij smokkelde acht dosissen de gevangenis binnen.)
“1 boom te zien vanaf/ luchtplaats – kwetterende/ vogels. Zes weken kwetteren./ Kwettergek. Kamertje. Op/ de zon, ‘huiselijk verkeer.’”
“De/ gebaren niet meer kunnen/ maken. Handschrift is ‘n/ gevaarlijk iets, om over na te/ denken: waarom de mensen/ onleesbaar schrijven?/ Het schrijven./ Niet het overlezen, over-/ tikken, in’t net zetten,/ onderbrengen, rubriceren/ proza poëzie lezen?/ Ik blijf maar schrijven,/ ik zal wel zien wat/ overblijft – het geeft me/ de grootste vreugde, die/ van het – als ’n kind,/ bezig zijn.”