- Sorry, this product cannot be purchased.
Jan Hanlo. Oote.
Gerelateerd

Ben Klein. Nieuwe pohesie.
1968 Antwerpen Artisjokreeks 1 eerste druk, oplage 200 genummerde en gesigneerde exemplaren. 47p. 24:20 cm. Ingenaaid.
Omslagfoto Filip Tas.

Jeroen Brouwers. Het hout.
2014 Amsterdam / Antwerpen Uitgeverij Atlas Contact eerste druk 282p. 21,5:14 cm. Linnen met omslag.

Paul De Vree. Over den Roman.
Cursus gehouden aan de Volksuniversiteit Herman van den Reeck. 1933 Langemark, overdruk uit Jong Dietschland studieblad voor Vlaamsche cultuur en politiek, debuut, eerste druk, 56p. 23:16 cm. Geniet.
Uit het vroegere bezit van Freddy de Vree, met zijn naam en adres op de eerste pagina.

Gerrit Kouwenaar. Autopsie / Anoniem. Gedichten.
1965 Amsterdam, Querido, eerste druk, 74p. 20:12,5 cm. Garenloos. Met opdracht:
“Fernand Auwera,/ een moeilijke naam/ moet deze moeilijke gedichten/ lezen vanwege de ‘klik’/ het ga je goed en namens/ Gerrit Kouwenaar/ 11-X-’68, A’dam.”

Hugo Claus. Jan de Lichte. Gedichtencyclus met een originele lithografie van Roel D’Haese.
1981 Antwerpen Ziggurat Eerste druk, oplage 110 genummerde en gesigneerde exemplaren, één van de 100 Arabisch genummerde exemplaren.
Tekst in bloedrode inkt. 20:15 cm. Ingenaaid met preegdruk in het omslag. In grijs linnen kaft met drie luiken, met tweede litho (afgekeurd door de kunstenaar) aan de binnenzijde.

Freddy de Vree. Willem Frederik Hermans. De aardigste man ter wereld.
2002 Amsterdam De Bezige Bij eerste druk 343p. 25:18 cm. garenloos met flappen

Gust Gils. Zeer verlaten reiziger.
Met vier houtsneden van de auteur. 1954 Antwerpen eigen beheer eerste druk, oplage 150 genummerde exemplaren 44p. 21:14 cm. Ingenaaid.
Bijgevoegd: Aankondigingskaartje van ‘Zeer verlaten reiziger’ met ‘enkele beoordelingen’ van ‘Partituur voor vlinderbloemigen’ op de achterzijde. 10:14cm.

Leonard Nolens. De muzeale minnaar.
Brugge 1973, Uitgeverij Sonneville, eerste druk. 38p. 20:13 cm. Garenloos.
‘De muzeale minnaar’ verscheen na deze uitgave nooit meer in druk.
De dichter verkiest om dit vroege werk samen met de gedichten uit zijn eerste bundel ‘Orpheushanden’ (1969) niet op te nemen in edities van zijn gedichten.
Het verschijnen en bestaan van de bundel ‘Orpheushanden’ was blijkbaar zo onopgemerkt gebleven dat Nolens in 1974 voor ‘De muzeale minnaar’ werd bekroond met de prijs voor het literaire debuut (…)
In de verantwoording van de verzamelbundel ‘Hart tegen hart’ (1991 Querido) beschrijft Nolens zijn eerste twee bundels als ‘een kluwen dat in latere bundels wordt afgewikkeld’ en een begin ‘waarin men woorden heeft en nog geen taal’.