Jeroen Brouwers. Het mes op de keel.
1964 Brussel/ Den Haag, Manteau, eerste druk, literair debuut in boekvorm, eerste druk, 127p. 20:12,5 cm. garenloos. Omslagontwerp: Stefan Mesker.
Gerelateerd

Dimitri Verhulst / Jeroen Brouwers. Laudatio voor Jeroen Brouwers.
2015 Antwerpen Demian eerste druk 24p. 20:12,5 cm. cahiersteek
ISBN 9789081227377
Laudatio voor Jeroen Brouwers werd uitgesproken tijdens de boekpresentatie van Het hout en de viering van Jeroen Brouwers’ vijftigjarig schrijverschap op 9 oktober 2014 bij Demian
![[:nl]De Mens. Jeroen Brouwers (schrijft een boek).[:]](https://www.demian.be/wp-content/uploads/2021/02/demens-240x240.jpg)
De Mens. Jeroen Brouwers (schrijft een boek).
1992, 45 toeren vinylplaatje in hoesje (18:18 cm.). Krasloos exemplaar.

Brouwers in Brussel. Gwennie Debergh / Jeroen Brouwers
2000 Antwerpen / Brussel Demian / VUB Press Eerste druk 191p. 24,5:15,5 cm. Gebonden, papieren band.

C.C. Krijgelmans / Pjeroo Roobjee. Tegen een bizarre achtergrond van algemeen verderf.
Met twee zeefdrukken in vijf kleuren van Pjeroo Roobjee. 1979 Antwerpen, Ziggurat, eerste druk, oplage 60 genummerde en gesigneerde exemplaren, één van de 50 Arabisch genummerde exemplaren. 21p. 38:29 cm. Losbladig in omslag (licht verkleurd).
Zonder de oorspronkelijke dennenhouten doos. Dit exemplaar is, zoals het hoort, in het colofon gesigneerd, maar ongenummerd gebleven. De beide gesigneerde zeefdrukken zijn wel genummerd.

Johan Joos. Chanson Inutile.
1996 Amsterdam / Antwerpen Uitgeverij Voetnoot eerste druk 14,5:15 cm. Ingenaaid.

Remco Campert / Ysbrant. Zeventien schetsen voor Ysbrant. Gedichten met vijf zeefdrukken van Ysbrant.
1996 Antwerpen, Revolver, eerste druk, oplage 380 exemplaren 25,5:20 cm. Garenloos.
Gesigneerd door Remco Campert en Ysbrant.

Jeroen Brouwers. Laatste plicht.
Terugdenken aan Hans Roest (1917-2006). Feuilletons 10. 2018 Antwerpen, Demian, in samenwerking met Atlas Contact. 88p. Geïllustreerd. 21:14 cm. Ingenaaid. Omslag in tweekleuren hoogdruk. Grafische vormgeving: Jelle Jespers.
“Je moet lezen, hield meneer Roest mij voor, de klemtoon even vaak op het laatste en op het een-na-laatste-woord. Véél lezen!”